Er zijn een aantal methoden voor voorraadwaardering. Deze zal ik hier kort uitleggen.
First in First Out
First in first out (fifo) is een systeem van voorraadwaardering de eerste van een partij erin komt ook als eerste wordt verkocht. Aan de hand van een voorbeeld leg ik dit uit.
Bij een bedrijf komen drie partijen met goederen binnen:
- 100 stuks op 10 maart voor € 2,- per stuk
- 200 stuks op 5 april voor € 3,- per stuk
- 50 stuks op 20 april voor € 2,50 per stuk
Deze worden als volgt verkocht:
- 150 stuks op 25 april voor € 5,- per stuk
De waarde van de voorraad is op 20 april is € 925. Na de levering van de goederen op 25 april is dit volgens het fifo systeem € 575. Het verschil is de oudste partij van 10 maart voor € 200 en 50 stuks van de partij van 5 april voor € 150. In totaal is de kostprijs van deze levering € 350. De opbrengst van de verkoop bedraagt € 750. De winst van de verkoop wordt met first in first out € 400. Dit is het verschil tussen de opbrengst en de kostprijs van de levering.
First in Last out
First in last out (lifo) is het waarderingsysteem waarbij de laatst binnengekomen partij als eerste wordt verkocht.
Als we het voorbeeld erbij nemen dan wordt de waardering van de voorraad als volgt. Op 20 april is de voorraad € 925 waard. Na de levering op 25 april is dit € 500. Het verschil is de laatst ingekochte partij van 20 april voor € 125 en 100 stuks van de partij van 5 april voor € 300. In totaal is de kostprijs volgens het lifo systeem € 425. Het resultaat op de transactie van 25 april is € 325. Dit is de opbrengst van € 750 min de kostprijs van € 425.
Volgens het Nederlands jaarrekeningrecht is het lifo systeem niet toegestaan.
Voorraadwaardering Vaste Verrekenprijs
Voor de voorraadwaardering kun je ook gebruik maken van vaste verrekenprijzen. Dit is het gemiddelde van de verwachte voorraadprijs. Het verschil in de werkelijke prijs en vaste prijs wordt als resultaat geboekt.
Stel dat we een vaste verrekenprijs hanteren van € 2,50 per stuk. De voorraad volgens ons voorbeeld is dan op 20 april € 875 waard. Dit is 350 stuks maal de vaste verrekenprijs van € 2,50. Het verschil met de werkelijke prijs boeken we als verlies van € 50.
Na levering van de goederen op 25 april is de waarde van de voorraad € 500. De kostprijs van de levering bedraagt € 375. Dit is 150 stuks maal € 2,50 de vaste verrekenprijs. Na de verkoop van de goederen is de winst volgens de vaste verrekenprijs opbrengst € 750 min de kostprijs van € 375 is de winst € 375.
Conclusie
Let er op dat elk waarderingssysteem zijn eigen uitkomsten heeft. Alleen het fifo en vaste verrekenprijzen zijn toegestaan volgens het jaarrekeningrecht.